Tempel van Chnoem Elephantine foto Joke BaardemansElephantine is een eilandje gelegen op een granieten ondergrond in de Nijl dat behoort tot de stad Aswan. Bij de oude Egyptenaren was de locatie bekend als Abu of Yebu, in feite een Grieks woord dat verwijst naar het Egyptische woord voor olifant. Verondersteld wordt dat de naam gelinkt werd aan de handel in ivoor en andere exotische goederen gedurende de Oudheid.
Het eiland bevindt zich in Boven-Egpte, tegenover het huidige Aswan en was vroeger de hoofdstad van de eerste nome, een van de 42 districten in Egypte. De centrale ligging vormde een natuurlijke en strategische grens bij de noordelijke toegang van het eerste cataract. Het was de toegangspoort tussen Egypte en het gebied ten zuiden van de Sahara. Gebleken is dat dit ca 1,5 km lange en op het breedste punt 500 meter brede eiland, al sinds de Vroegdynastieke Periode bevolkt werd en sindsdien haast onafgebroken is bewoond.

Aanvankelijk bestond het eiland uit twee delen, gescheiden door moerassen, die één werden tijdens het overstromingsseizoen. Het meest zuidelijke deel van het eiland is neolithisch en behoorde tot de Naqada-cultuur. Rondom een cluster van monolieten die een grot vormde in dat zuidelijke deel, verrees later de Satet-tempel. De godin Satet of Satis is de patrones van Elephantine. In het noordwesten van het eiland zijn restanten aangetroffen van een granieten trappiramide uit de Derde Dynastie. Toen het waterpeil bij Aswan zakte, ontstond een ommuurde nederzetting. Vanwege de beperkte ruimte verrezen binnen de muren, dicht op elkaar clusters van bouwwerken. Langzaam ontwikkelde deze nederzetting zich tot een stad van formaat met religieuze en administratieve gebouwen, een begraafplaats en een bescheiden achterland. Tegen het einde van het Oude Rijk werd het eiland strategisch zeer interessant en was de stad, mede uit militair oogpunt volledig versterkt. Gedurende de tweede Tussenperiode vormde Elephantine de natuurlijke grens van Egypte. Door de centrale ligging meerden hier grote handels- en militaire missies aan van en naar Nubië en de gebieden in centraal Afrika. Bovendien werd er in de nabijheid van Aswan volop graniet gedolven, een kostbaar en gewild gesteente dat gedurende de dynastieke periode gebruikt werd voor bouwwerken en beelden. De unieke locatie van Elephantine was dus in zowel militair alsook in economisch opzicht van groot belang. Dat is ook terug te zien in allerlei archeologische opgravingen en bouwwerken uit diverse dynastieke periodes.Op het eiland zijn dus tal van interessante archeologische vondsten gedaan en nog steeds te bekijken. Het Duits Archeologisch instituut is daar al heel lang actief en heeft er mede aan bijgedragen dat het eiland nu over een interessant museum beschikt, waar veel locale vondsten te bezichtigen zijn.

Volgens de Egyptische religie was ook de god Chnoem verbonden aan Elephantine, naast de godin Satet. Hij was degene die de Nijl in de gaten hield vanuit de ondergrondse grotten onder het eiland. Op het eiland zijn ook twee Nilometers te vinden. Een nilometer is een instrument waarmee men vroeger het waterpeil van de Nijl in de gaten hield tijdens de jaarlijkse overstroming. De meeste bekende nilometer werd zelfs in de Romeinse tijd nog gebruikt.
Chnoem vormde later een triade met de godinnen Satet en haar dochter Anoeket, een belangrijk drietal. Archeologische opgravingen tonen in welke mate en hoe deze godheden werden vereerd. De godin Satet is de personificatie van de overstroming van de Nijl. Van haar is een tempel gevonden die van ca 3000 v. Chr. Dateert, waarin zij met Chnoem en Anuket staat afgebeeld. Diverse farao’s hebben aan de tempel gesleuteld en daarvan zijn ook inscripties terug te vinden. Chnoem kreeg een eigen tempel in het Middenrijk. Ook deze tempel is door meerdere diverse farao’s onderhanden genomen, verbouwd en vergroot.
Op het eiland zijn nog andere heiligdommen aangetroffen voor belangrijke grootheden. Zo trof men onder andere een kapel aan voor Heqaib (Zesde Dynastie), die verantwoordelijk was voor een belangrijke en succesvolle handelsmissie. Hij werd als een held vereerd en gezien als tussenpersoon tussen de mensen en de goden.
Twee kleinere kapellen, die van Amenhotep III en Ramses II werden opgegraven in 1799 en verkeerden in goede conditie. Helaas werden ze door de lokale overheid vernietigd in de kalkovens.

De elite uit het Oude en Middenrijk werden niet allemaal begraven op de begraafplaats van het eiland. Diversen kregen een graf op de rotsrichel bij Quebbet el-Hawa, aan de westoever bij Aswan, zoals ook Heqaib en een andere expeditieleider: Harkuf. Ook is in het gebied bij Aswan een onvoltooide obelisk aangetroffen uit de tijd van

Tussen de tempel van Chnoem en Satet vonden opgravers een andere bijzondere begraafplaats. Zij troffen daar talrijke heilige rammen aan, die met de god Chnoem werden geassocieerd.
Op het eiland zijn ook Joodse sporen terug gevonden. Zo hebben onderzoekers de Elephantine papyri aangetroffen. Het zijn juridische documenten en brieven die in het Aramees zijn geschreven ergens in de 5e eeuw v. Chr. Deze papyri documenteren de aanwezigheid van een gemeenschap van Joodse huurlingen en hun families op Elephantine. Deze waren aangesteld om de grens tussen Egypte en Nubië in het zuiden te bewaken.

© Joke Baardemans 2021

Bron: Ägypten, die Welt der Pharaonen, R. Schulz, M. Seidel; Ancient Egypt, Anatomy of a Civilization, B. Kemp; Cities, F. Hassan in The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt; The Complete Cities of Ancient Egypt, S. Snape; Elephantine in The Oxford History of Ancient Egypt. D. Franke; Atlas of Ancient Egypt, J. Baines, J. Málek