Min op de Qaha-stèle, 19e dynastie, British MuseumLijntekening van de stèle bij Qaha, 19e dynastie, British Museum waarop links de god Min te zien isMin is de een van de oudste en langst bestaande godheden uit het oude Egypte.


Hij werd geassocieerd met de mannelijke seksualiteit en met de oostelijke woestijngebieden gedurende de dynastieke historie. Zijn oorspronkelijke naam was Menu. Min werd al vereerd gedurende de Predynastische Periode. In de piramideteksten wordt hij zijdelings genoemd als een 'god die zijn hand verheft in het Oosten'. In een van de sarcofaagteksten vergelijkt de overledene zichzelf met de 'op vrouwen jagende god Min' waarmee hij zichzelf de seksuele kracht van Min toe-eigent.  Gedurende het Middenrijk werd Min ook met de god Horus als Min-Hor geassocieerd. Van groot belang is echter de relatie tussen Min en de god Amon. Vanaf de 18e dynastie werden deze goden met elkaar geassocieerd. In essentie werd Min de manifestatie van de scheppergod Amon. De Amon-Min associatie was een belangrijk politiek aspect. De rituelen rondom Min verwezen naar de potentie van de farao en speelden vanaf het Middenrijk een uiterst belangrijke rol. In deze hoedanigheid manifesteerde Min zich in de Thebaanse regio als Min-Amon-ka-Moetef of simpelweg Amon Kamoetef wat 'Amon, stier van zijn moeder' betekent.

Min ithyfallisch afgebeeld in de Hibistempel, foto: J. BaardemansMin wordt doorgaans menselijk en ithyfallisch oftewel met een erectie afgebeeld. Hij ziet eruit alsof hij is gemummificeerd en draagt een kap of kroon waaraan lange linten en twee rechtopstaande pluimen zijn bevestigd. Zijn benen zitten strak tegen elkaar en met zijn linkerhand houdt hij zijn fallus vast. Met zijn geheven rechterhand lijkt hij zijn lichaam te ontdoen van de zwachtels. Ogenschijnlijk is het of hij zijn arm achter zich opheft, maar dit is het resultaat van de destijds geldende artistieke conventies. Het geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid. Hij heft zijn arm rechts, zijwaarts omhoog en heeft vaak de vlegel in zijn hand. Min wordt ook vaak afgebeeld met andere attributen, zoals een ketting of pectoraal en dergelijke.
De zwarte huidskleur waarmee hij altijd is afgebeeld in gekleurde voorstellingen symboliseert waarschijnlijk vruchtbaarheid. Minder vaak voorkomende afbeeldingen zijn Min in de hoedanigheid van een valk en van een witte stier, wat wordt geassocieerd met zijn seksuele potentie. De slaplanten waarmee hij vanaf de 6e dynastie wordt afgebeeld zijn een verwijzing naar de seksualiteit, terwijl het witte, melkachtige sap van de slaplant symbolisch wordt beschouwd als het zaad van deze god.

Min werd door heel Egypte vereerd, maar er zijn twee steden in het bijzonder die met hem waren verbonden. Gebtu is de oudste plaats (het moderne Qift, dat zich tussen Qoena en Luxor bevindt) bij Wadi Hammamat. Deze plaats leidt naar de regio's van de oostelijke woestijn. De andere plaats waarmee Min werd geassocieerd was Khent-Min oftewel de schrijn van Min (het moderne Achmim, vlakbij Sohag). Khent-Min was de thuishaven van de hogepriester van Min Joeya. Joeya was de schoonvader van farao Amenhotep III en hij was de vader van Eje, de opvolger van Toetanchamon.
Mins rol als een vruchtbaarheidsgod was van groot belang in een land als Egypte wat dreef op de agrarische sector. Het belangrijkste festival rondom de god Min was daarom ook aan het begin van de oogsttijd en was veruit het belangrijkste religieuze, agrarische festival in Egypte.
Er zijn amuletten van Min teruggevonden die dateren uit de 12e dynastie, een ervan is zelfs een gouden amulet. De meeste amuletten komen uit de Late Tijd en werden waarschijnlijk door mannen gebruikt vanwege de voorplanting en seksualiteit waarmee deze god werd geassocieerd.

© Joke Baardemans 2012

Bron: The complete God and Goddesses of Ancient Egypt, R. Wilkinson; Het Oude Egypte, T. Wilkinson: W. Helck, Min in Lexicon der Ägyptologie: E. Brunner-Traut, Minfest in Lexicon de Ägyptologie