Kraanvogel in het Dodenboek, Museo Egezia Turijn, foto: Petra LetherIn veel graven uit het oude Egypte komt men met enige regelmaat afbeeldingen tegen van kraanvogels.

Ze zijn te herkennen aan de lange puntige snavel, de erg lange poten, de lange nek en de langgerekte, borstelige slagpennen die over de staart heen vallen. In de Egyptische kunst werden er twee soorten kraanvogels afgebeeld: de gewone kraanvogel (Grus grus) en de jufferkraanvogel (Antropides virgo of Grus virgo) Zij hebben nagenoeg dezelfde uiterlijke kenmerken, echter een jufferskraanvogel is kleiner heeft doorgaans een pluimpje op zijn hoofd. De meeste afbeeldingen zijn echter van de gewone kraanvogel.
De vroegste afbeeldingen van kraanvogels dateren uit de 1e dynastie. Gedurende de 5e dynastie werden zij afgebeeld als tamme vogels die dikwijls in grote groepen in vogelverblijven en hoenderhoven werden gehouden. Er zijn afbeeldingen in de mastaba' s uit het Oude Rijk in Sakkara waaruit dit duidelijk blijkt, bijvoorbeeld in de mastaba' s van Ti en Kaemrehu. Er zijn oppassers die de vogels in bedwang Kraanvogels mastaba van Ti, foto: J. Baardemans houden met een stok, er zijn verzorgers die de vogels van graan voorzien en soms worden de vogels ook vetgemest door middel van dwangvoeding totdat ze geschikt waren voor consumptie of voor de offergaven. Het dwangvoeren was een vaak toegepaste methode bij boerderijdieren, maar ook bij vogels zoals eenden, ganzen en duiven. Bij kraanvogels was dit niet geheel ongevaarlijk omdat de vogels groot waren en moeilijk te hanteren. Met een uithaal van de lange snavel kon hij ernstige verwondingen toebrengen. Men klemde de vogel daarom tussen de benen, hield de nek stevig vast en stopte vervolgens voedsel in de bek. De vogels werden dus geconsumeerd en waren zeer gewild. Omdat er doorgaans een nare smaak zat aan het vlees werden zij ook gevoerd met graan. Het was destijds al bekend dat indien je kraanvogels een tijdje graan geeft de onaangename smaak verdwijnt. Het zorgde ervoor dat het vlees zelfs een delicate smaak kreeg.
Juffermanskraanvogel, graf Hetepherachte, RMO Leiden, foto: Petra Lether Kraanvogels werden ook als offergave meegevoerd. Ook hier treffen we veel afbeeldingen van aan in de graven. Het vergde van de dragers wel enige handigheid om zo'n grote vogel te vervoeren. Soms lijken ze gewoon mee te wandelen in de stoet, maar doorgaans zal dit niet het geval zijn geweest. In sommige graven is goed te zien hoe men een kraanvogel meedroeg, bijvoorbeeld in het graf van Mereroeka waar een drager een jufferkraanvogel vast heeft bij de poten en snavel. De snavel lijkt zelfs vastgebonden met een stuk touw om het lagere gedeelte van de nek. Dit verhinderde uiteraard dat de vogel zou uithalen met zijn lange, scherpe snavel, maar het had nog een andere functie. Het verhinderde de vogel ook om te vliegen. Kraanvogels moeten om te vliegen hun nek volledig kunnen strekken in verband met het zwaartepunt. Door de snavel op deze manier aan de nek te bevestigen was de vogel niet in staat de juiste balans te vinden om de lucht in te gaan.

Om kraanvogels te kunnen houden, moesten ze eerst worden gevangen. Kraanvogels leven bij voorkeur in drassige gebieden zoals moerassen. Dit was dan ook bij uitstek de plek om ze te vangen. In de mastaba van Mehu is te zien hoe vogelvangers te werk gingen. Door een klapnet te plaatsen tussen de moerasplanten vangt men onder andere een groepje kraanvogels. Nadat ze een tijdje in gevangenschap waren gehouden werden de kraanvogels tam en eetbaar. Kraanvogelvlees was lange tijd zeer populair in Egypte. De traditie van het houden van kraanvogels heeft het echter in het huidige Egypte niet overleefd, hoewel gezegd wordt dat sommige bedoeïenenstammen uit de westelijke woestijn soms nog kraanvogels eten.

© Joke Baardemans 2013

Bronnen: The Birds of Ancient Egypt, P. Houlihan; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt art. Poultry, P. Houlihan; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt art. Birds, P Houlihan