De struisvogel (Struthio camelus) komt frequent voor in oud-Egyptische afbeeldingen.
Men ziet in het bijzonder veel afbeeldingen van de veren, die werden gebruikt als decoratie bij hoofdtooien van goden, godinnen, farao's en koninginnen. Van alle vogelsoorten uit het oude Egypte was de struisvogel een van de eerste die is afgebeeld. Er zijn diverse rotstekeningen bekend waar de vogels op staan. De tekeningen die zijn aangetroffen stammen waarschijnlijk uit de Badariecultuur en de Naqada I Periode. Er zijn jagers op te zien die op struisvogels jagen. Deze afbeeldingen komen met name voor gedurende de Predynastische Periode. Een van de mooiste voorbeelden van rotstekeningen is te vinden in de buurt van Silwa Bahari, waar een man wordt getoond die met pijl en boog op een struisvogel jaagt. Ook in het British Museum bevindt zich een mooi voorbeeld van de struisvogeljacht, het zogenaamde Jagerspalet dat dateert uit de Laatdynastieke Periode. Een uitzonderlijke afbeelding komt van de zonnetempel van Nioeserre in Aboe Goerob en bevindt zich nu in het Egyptisch Museum van Caïro. Het laat een reliëf van een struisvogel zien die broedt op een nest. Dit is een opmerkelijke afbeelding omdat struisvogels niet op een nest broeden maar hun eieren in kleine kuilen in de grond leggen. Mogelijk heeft de artiest dit niet geweten. In een ander geval werden struisvogels afgebeeld met drie tenen terwijl dit soort vogels er maar twee hebben. Gedurende de 18e dynastie en aan het begin van de 19e dynastie, bijvoorbeeld in het graf van Baket in Beni Hasan, ziet men afbeeldingen waarbij struisvogels zijn samengebracht binnen omheiningen. De afgezette gebieden dienden als gebieden voor de plezierjacht, een populaire bezigheid voor hovelingen en edelen. Het doel van deze jacht was het buitmaken van veren en eieren. Of het vlees van struisvogels ook werd gebruikt om te consumeren is niet bekend. De eieren waren in ieder geval een delicatesse en een ei was al toereikend om de magen van een aantal mensen te vullen. Van de eierschalen werden prachtige voorwerpen gemaakt en zij werden regelmatig als vazen en schalen gebruikt. De vraag naar struisvogelveren en eieren was zo groot dat ze ook als tribuut vanuit het buitenland werden meegenomen, zoals afbeeldingen van dragers uit Libië, Poent, Syrië en in het bijzonder ook Nubië ons laten zien.
Teksten uit het Oude Rijk verhalen van struisvogels die de zonsopgang begroeten met een dans. Het is inderdaad een gewoonte van struisvogels om bij het ochtendgloren te klapperen met hun vleugels en rondjes te draaien, wat gezien kan worden als een soort dans. Er zijn tenminste twee voorstellingen van een dergelijke scene aangetroffen.
Een mooi voorbeeld van de jacht op struisvogels komt uit het graf van Toetanchamon. Het betreft een houten waaier voorzien van bladgoud waarop de farao is afgebeeld jagend op struisvogels. Aan de bovenkant van de waaier bevinden zich holle uitsteeksels waarin zich nog de overblijfselen van staartpennen van struisvogelveren bevonden.
Uit latere tijden, onder meer uit de Byzantijnse Periode, dateren aanwijzingen dat men struisvogels fokte op speciale boerderijen, in het bijzonder vanwege hun staartveren en eieren. Ook Egypte-reizigers die de omgeving van Heliopolis bezochten, verhaalden van immens grote struisvogelboerderijen. Tot in de 18e eeuw was het gebruikelijk om struisvogels te houden, ook vanwege het vet wat werd verwijderd van de karkassen. Dit vet werd gebruikt in de keuken en kende ook medicinale toepassingen. Er zijn verder geen aanwijzingen die erop duiden dat er struisvogelvlees werd genuttigd.
Tot aan de dag van vandaag speelt de struisvogel een belangrijke rol in Egypte, waar tegenwoordig struisvogelvlees door stammen uit het gebied van Gebel Elba wel degelijk wordt geconsumeerd.
2013 Joke Baardemans
Bronnen: The Birds of Ancient Egypt, P. Houlihan; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt art. Poultry, P. Houlihan; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt art. Birds, P Houlihan