


Voordat de eenwording van Egypte tot stand kwam, was de ‘gouden stad’ Nubt een van de bekendste plaatsen gedurende de Predynastieke periode. Waarschijnlijk werd de stad zo genoemd vanwege haar gunstige ligging voor de goudhandel. Het gebied werd gekenmerkt door kleine gehuchten die zich tussen het overstromingsgebied en de rand van de woestijn bevonden. Aanvankelijk waren het niet meer dan wat krakkemikkige hutjes die bij elkaar stonden, maar waaruit zo’n 500 jaar voor de 1e dynastie (ca. 3500 v. Chr.) een grotere nederzetting, Nubt, ontstond. Dat omvatte enkele duizenden vierkante meters tot 3 hectare, die voor het gemak door Flinders Petrie in drieën opgedeeld werd. In het gebied verbleven waarschijnlijk 50 tot 250 mensen.
De Zuidelijke stad van Nubt lijkt zich ontwikkeld te hebben tot de plek waar de mensen woonden en werkten. Hier zijn een bakstenen ommuring en andere rechthoekige structuren aangetroffen. Verondersteld wordt dat dit huizen waren. Dit zuidelijk deel was tevens verbonden aan een serie begraafplaatsen, waar zowel Predynastieke alsook dynastieke graven zijn aangetroffen. In het specifiek gedeelte van de grafvelden liggen een aantal graven waarvan men vermoedt dat ze aan een aantal belangrijke personen hebben toebehoord. De overgrote meerderheid van de mensen is begraven in bescheiden kuilgraven, maar deze graven zijn aanmerkelijk groter, gemaakt van baksteen en rijkelijk voorzien van grafgiften. Uit deze grafgiften blijkt niet alleen dat deze graven tot elitegraven behoorden, maar ook dat de oude Egyptenaren al een geloof in een hiernamaals ontwikkeld hadden.

Mogelijk verrees er ook een administratief centrum waar voedseluitwisselingen en handelstransacties plaatsvonden, ook met nomaden die in de woestijn bivakkeerden. Immers, de stad lag gunstig tussen andere plaatsen zoals Qurna en Dendera en tegenover Qena. Hier maakt de Nijl een grote bocht. Deze ligt tegenover de ingang van Wadi Hammamat en had op die manier een directe verbinding met de Rode Zeekust en het oostelijk woestijngebied, bekend om zijn goudreserves. Nubt, de gouden stad was dus een goede uitvalsbasis voor onder andere goudhandel.
In het midden, tussen de Noordelijke en Zuidelijke stad stond vanaf de 18e dynastie een tempel opgedragen aan de god Seth. In de faraonische tijd was dit een belangrijk cultuscentrum een centrum dat waarschijnlijk is uitgegroeid tot een plek waar dorpsgenoten en clans elkaar troffen. Flinders Petrie vond in het tempelgebied bewijzen die teruggaan naar de 4e dynastie. Mogelijk dat hier in de 12e dynastie een andere tempel op is gebouwd, gevolgd door een nieuwe tempel rond de 18e dynastie. Diverse bekende farao's hebben duidelijke sporen achtergelaten in de tempel. Er werden onder meer faraonische voorwerpen aangetroffen, bijvoorbeeld een prachtige faience scepter voorzien van de naam Amenhotep II.

Andere overblijfselen gerelateerd aan de tempel zijn vier rotsgraven die men in de woestijn ten westen van de tempel heeft gevonden. Zij behoorden toe aan priesters van de tempel en dateren uit de 18e dynastie.
© Joke Baardemans 2021
Bron: Ägypten, die Welt der Pharaonen, R. Schulz, M. Seidel; Ancient Egypt, Anatomy of a Civilization, B. Kemp; Cities, F. Hassan in The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt; The Complete Cities of Ancient Egypt, S. Snape; The Oxford History of Ancient Egypt. I. Shaw; Naqada, EES University of Winchester Naqada Regional Archaeological Survey