Dedwen (ook wel Dedun genoemd) is een god met van oorsprong een Nubische achtergrond.
Nubië is het gebied dat in het zuiden van Egypte en in het Noorden van Soedan ligt en het speelde gedurende de dynastieke periode een belangrijke rol inzake de handel van talrijke goederen waaronder goud. Hoewel Dedwen met name in het zuiden van Egypte werd vereerd, was hij ook elders in Egypte geen onbekende godheid. Dit blijkt uit een aantal tekstuele vermeldingen waarin hij wordt genoemd. De eerste vermeldingen komen uit de Piramidenteksten en dateren van ca 2300 v. Chr. In de Piramidenteksten wordt hij met 'brenger van het wierook' aangeduid. Gesproken wordt over 'de geur van de jongeling', die uit Nubië afkomstig is. Wierook werd destijds geïmporteerd vanuit Nubië. Van Dedwen werd gezegd dat hij de andere goden van wierook voorzag. Bij koninklijke geboortes zou Dedwen degene zijn die de wierook brandde. Er zijn meer aanduidingen bekend van deze god. In de tempel van Deir el-Bahri wordt hij ook wel Heer van Nubië genoemd. In godengroepen met betrekking tot de vier windrichtingen (die staan voor de buurlanden) wordt hij met enige regelmaat samen met de goden Sopdet (het noordoosten) en Sobek (het westen of noorden) genoemd als vertegenwoordiger van het zuiden. In de sarcofaagteksten wordt eveneens aangegeven dat Dedwen 'parfum zou maken van wat in het lichaam is'. Verondersteld wordt dat deze tekst verwijst naar het tegengaan van het proces van aftakeling. Van Dedwen werd ook wel gezegd dat hij de beschermer was van de overleden Nubische heersers.
Dedwen of Dedun is een Nubische naam, maar deze god werd wel altijd Egyptisch afgebeeld. Zijn naam werd tijdens het Oude Rijk met een vogel aangeduid. Om welke vogel het hier gaat wordt uit de afbeeldingen niet duidelijk. Dit zou een zwaluw kunnen zijn volgens sommige wetenschappers. Andere veronderstellen dat de vogel een verwijzing is naar de god Horus. Helaas is er niets van dit alles terug te vinden in het uiterlijk van Dedwen. Doorgaans werd Dedwen als mens afgebeeld. Eigenlijk is hij alleen te herkennen aan zijn naam. In een enkel geval, zoals in een kapel uit de laat-Ptolemaeische Tijd in Kalabasja, staat de god afgebeeld met een leeuwenkop. Daarnaast werd Dedwen, in relatie tot de goden Amon en Chnoem, ook weergegeven met een ramskop.
Het lijkt erop dat Dedwen geen eigen cultusplaats in Egypte had. Echter, in Nubië zijn sporen van verering aangetroffen en die leiden terug tot het Middenrijk. Dedwen werd voornamelijk in dit gebied vereerd, dikwijls in relatie tot faraonische bouwwerken. Zo richtte Senoeseret III stèles voor hem op bij de Middenrijksforten te Semna en Uronarti. Thoetmosis III droeg eveneens een bouwwerk aan hem op. Hij liet een kleine rotskapel bouwen in el-Lessiya. Hierin staan verschillende goden afgebeeld waaronder Dedwen. De kapel bevindt zich op dit moment in Museo Egizio te Turijn. Ook vlakbij Semna, op het eiland Uronarti. heeft Thoetmosis een tempel opgedragen aan Dedwen en aan farao Senoeseret III. Deze is tegenwoordig te bewonderen in het Nationaal Museum van Khartoum.
De granieten kapel uit Kalabasja uit de Ptolemaeische Tijd die opgedragen is aan de godheid, is in de jaren 60 eveneens verplaatst. Door de aanleg van de Aswandam, kreeg deze kapel, net zoals enkele andere monumenten, een nieuwe standplaats in het zuiden van Aswan. Op deze manier heeft men deze monumenten kunnen behouden.
© Joke Baardemans 2016
Bronnen: The Complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt, R. Wilkinson; A Dictionary of Egyptian Gods and Goddesses, G. Hart; The Complete Temples of Ancient Egypt, R. Wilkinson; Current Research in Egyptology 14 (2013), University of Cambrigde; Historical Dictionary of Ancient and Medieval Nubia, Richard A. Lobban Jr. Lexikon der Ägyptologie, H. Helck; E. Otto; W. Westendorf; C. Meyer