Karl Richard LepsiusKarl Richard Lepsius (1810-1884) was een Duitse egyptoloog, taalkundige en een pionier op het gebied van de archeologie.

Lepsius kwam uit een gegoede familie, zijn grootvader was burgemeester van Naumburg. Hij koos voor de studie Griekse en Romeinse archeologie aan de universiteit van Leipzig en studeerde later aan de Georg-August-Universität van Göttingen en de Friedrich-Wilhelms-Universität in Berlijn. Na zijn doctoraal examen vertrok hij naar Parijs waar hij lezingen bijwoonde over de geschiedenis van Egypte door de Franse classicus en archeoloog Jean Letronne. Deze was al vroeg geïnteresseerd in het werk van Jean-Francois Champollion, betreffende de ontcijfering van de Egyptische taal. Lepsius bezocht allerlei Egyptische collecties in Europa en studeerde lithografie en grafische kunst. Hij bekritiseerde na een lange reeks discussies met Ippolito Rosellini, een wetenschapper die in het gevolg van Napoleons expeditie zat, de ontcijfering van de hiërogliefen en vond dat de theorie hieromtrent niet volledig was. Hij was van mening dat klinkers niet werden vermeld in het Oudegyptisch schrift. Ook veronderstelde hij dat sommige tekens meer dan één letter konden uitdrukken. Lepsius leverde hiermee een belangrijke, aanvullende bijdrage aan de theorie rondom de ontcijfering van het schrift.

Afbeelding uit Denkmäler,  hypostylehal, KarnakIn 1842 kreeg Lepsius de opdracht voor het begeleiden van een expeditie naar Egypte en Soedan met als taak het onderzoeken en optekenen van overblijfselen van de Egyptische beschaving. Net als bij de expeditie veertig jaar eerder van Napoleon, nam hij diverse specialisten mee. Deze wetenschappelijke missie besteedde 6 maanden aan de bestudering van de piramides van Gizeh, Aboesir, Sakkara en Dahsur en ontdekte in de buurt van Abu Rawash, 8 km ten noorden van Gizeh, talrijke piramides en privégraven. In 1843 bezocht hij de tempel van Naqa waar hij inscripties en afbeeldingen optekende. In Midden Egypte bracht hij lange tijd door bij plaatsen als Beni Hasan en Dayr al-Barsha. Hij onderzocht diverse gebieden in Nubië/Soedan en was een van de eersten die verslag deed van onderzoeksresultaten met betrekking tot een gebied dat Opper-Nubië (Ethiopië) werd genoemd. In 1844 kwam hij in Luxor aan waar hij bij Qurna, op de westoever van de Nijl, grondig onderzoek deed in graven en tempels. Op de oostzijde bestudeerde hij de tempels van Karnak en Luxor. Hij probeerde zoveel mogelijk informatie te vergaren en maakte ook nog uitstapjes naar de Sinaï. Op de terugweg naar de haven van Alexandrië bestudeerde hij diverse locaties in de Nijldelta en keerde vervolgens in 1845 weer terug in Europa.

Afbeelding van Aboe Simbel uit DenkmälerAlle informatie die hij vergaarde verwerkte hij in de publicatie Denkmäler aus Aegypten und Aethiopien. Dit werk bestond uit een bundel van 12 delen en bijna 900 afbeeldingen met bijgevoegd commentaar en beschrijvingen. Deze plattegronden, kaarten en tekeningen van tempels en tombes vormden een belangrijke bron van informatie voor westerse academici in de 20e eeuw, en zijn zelfs vandaag nog nuttig. Het zijn vaak unieke weergaven van monumenten, waarvan een deel later verloren is gegaan, onder het zand is verdwenen of is vernield.

Lepsius werd in 1846 benoemd tot professor in de egyptologie aan de universiteit van Berlijn en uiteindelijk in 1855 tot directeur van het Egyptisch Museum. Hij gaf een tijdschrift uit: Zeitschrift für Ägyptische Sprache und Altertumskunde, wat lange tijd een van de meest belangrijke periodieke uitgaven met betrekking tot het oude Egypte was. In 1866 keerde hij terug naar Egypte waar hij het decreet van Canopus ontdekte, een inscriptie die nauw was verbonden aan de Rosetta-steen. Deze inscriptie was opgesteld in het hiërogliefenschrift, demotisch en het Grieks en toonde aan dat de bevindingen van Champollion juist waren.
Lepsius bekleedde talrijke belangrijke functies en publiceerde veel op het gebied van de egyptologie. Hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van deze wetenschappelijke discipline.

© Joke Baardemans 2014

Bronnen: The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt, art. Lepsius, W. Peck; Egypt, how a lost civilization was rediscoverd, J. Tyldesley; De geheimen van het oude Egypte, L. Oakes, L. Gahlin