De jacht is al zo oud als de mensheid zelf.
Al lang voordat men kon spreken van beschaving was de jacht een belangrijke aangelegenheid om te kunnen overleven. Tot aan de 5e dynastie werden jachtscènes slechts afgebeeld op de monumenten van de farao's. Op de wanden van cultusplekken en offerkapellen in de graven van privépersonen zijn ze pas vanaf het einde van deze dynastie waar te nemen. De eerste scènes van de jacht als sport zijn van de vogelvangst met een werphout, het visspiezen, het jagen op wilde dieren op het vlakke land. De vogel-en visvangst waren door de tijd heen altijd een sport exclusief voor de farao's en hoogwaardigheidsbekleders. Het jagen op wilde dieren werd ook door professionele jagers gedaan. Vogelvangst en het spiesen van vissen zijn niet alleen afgebeeld in de graven maar tevens beschreven op papyri. Payrusfragmenten die in Moskou worden bewaard dateren uit het Middenrijk, waarin de vogelvangst en het spiesen van vissen wordt beschreven door een hoveling die deelneemt aan een jachtexpeditie. Het geeft een goed beeld van hoe het er ter plekke aan toe ging en hoe succesvol de jacht was.
Dit soort scènes kwam men tegen in de graven van hoogwaardigheidsbekleders tijdens het Oude Rijk, Middenrijk en Nieuwe Rijk. Het waren twee afbeeldingen, waarbij stelselmatig de visvangst aan de linkerkant werd getoond en de vogelvangst aan de rechterkant. Ten tijde van het Nieuwe Rijk veranderde deze schikking van afbeeldingen. Men heeft nog niet kunnen verklaren wat hiervoor de reden is. Het zou te maken kunnen hebben met de geldende conventies op dat moment ten aanzien van de indeling van grafkamers. Mogelijk had het ook te maken welke waarde de grafeigenaar toekende aan betreffende activiteiten.
Dit soort scènes kwam men tegen in de graven van hoogwaardigheidsbekleders tijdens het Oude Rijk, Middenrijk en Nieuwe Rijk. Het waren twee afbeeldingen, waarbij stelselmatig de visvangst aan de linkerkant werd getoond en de vogelvangst aan de rechterkant. Ten tijde van het Nieuwe Rijk veranderde deze schikking van afbeeldingen. Men heeft nog niet kunnen verklaren wat hiervoor de reden is. Het zou te maken kunnen hebben met de geldende conventies op dat moment ten aanzien van de indeling van grafkamers. Mogelijk had het ook te maken welke waarde de grafeigenaar toekende aan betreffende activiteiten.
Sommige prinsen van Beni Hassan hadden hun graf bovenmatig gedecoreerd met allerlei sport- en jachtscènes, maar de afbeeldingen van de vogelvangst en visvangst domineerden in hun graven. Men veronderstelt dan ook dat de prinsen persoonlijk veel plezier beleefden aan de jacht. Dat gold ook voor de jacht op wilde dieren. Met de beperkte middelen die tot de beschikking stonden was de jacht op wilde dieren echter een moeilijke gevaarlijke aangelegenheid.
De jacht op nijlpaarden, neushoorns, olifanten en wilde stieren had deels een sportieve maar zeker ook een symbolische en religieuze achtergrond. De vele reliëfs waarop farao's zijn afgebeeld, waren bedoeld om zijn macht en heerschappij te benadrukken, om het volk te tonen dat hij hen door het bedwingen van de wilde beesten in staat was hen te beschermen. Met name de jacht op het nijlpaard, een symbool van chaos en het kwaad, speelde een belangrijke rol. Deze beesten vernietigden alles op de velden en werden waar dan ook bestreden. Wanneer de farao wordt afgebeeld, een (mannelijk) nijlpaard doorborend met een harpoen, is dit dus niet een zuiver sportieve uiting. Het is meer een religieuze scène van het ritueel doden van een nijlpaard als bron van het kwaad.
Het feit dat administratieve titels verbonden werden met de jacht als sport is opmerkelijk. Een van de prinsen van Beni Hasan noemde zichzelf: opzichter van de velden van het vermaak (opzichter van de jachtvelden). Ook Sebek-Hotep, gouverneur van de Fajoem provincie droeg deze titel. Het duidt erop dat er in Het Middenrijk en het Nieuwe Rijk speciale inspecteurs waren die als taak hadden de orde te handhaven in de jachtgebieden.
© 2021 Joke Baardemans
Bron: Hunting: H. Altenmüller; Tanz, Sport en Spiel im AltenÄgypten, Juliane Lengning, Kemet oktober 2006, Sport in Ancient Egypt, A. Touny, S. Wenig