De krokodillengod Sobek werd al vereerd in het Oude Rijk. Zijn moeder was de godin Neith, zijn vader de god Senuwy.
Hij wordt in de Piramidenteksten genoemd waarin hij wordt voorgesteld als een god die zowel goedhartig als ook meedogeloos en destructief kon zijn. De sarcofaagteksten brengen hem in verband met de Nijl, haar oevers en de overstromingen; een verwijzing naar vruchtbaarheid. Tijdens het Middenrijk werd Sobek opgenomen in de Osirismythe en werd hij verbonden aan de god Horus. Sobek werd geassocieerd met koninklijke macht en invloed.
Dat zijn invloed gedurende het Middenrijk groot was, wordt duidelijk uit het feit dat diverse farao's uit de 12e en 13e dynastie zich naar hem vernoemden, zoals Sobekneferoe (de mooie van Sobek) en Sobekhotep (Sobek is tevreden). Sobek werd met diverse andere cultussen geassocieerd, zoals met die van Amon, Osiris en in het bijzonder met die van Ra. Gedurende het Nieuwe Rijk assimileerde Sobek met de zonnegod Ra in de vorm van Sobek-Ra en werd onder Amenemhat III een van de belangrijkste staatsgoden. Gedurende de Ptolemaeïsche Periode werd Sobek als universele god geïdentificeerd met talrijke andere goden.
Sobek werd afgebeeld als krokodil, vaak liggend op een schrijn of altaar, of als mens met het hoofd van een krokodil. Dikwijls droeg hij een gehoornde hoofdtooi met lange veren, een zonneschijf en een cobra. Tijdens het Middenrijk nam Sobek of Sobek-Ra soms de vorm aan van een ram of een mens met het hoofd van een ram. In het Nieuwe Rijk kon hij ook in volledig menselijk gestalte verschijnen. Gedurende de Ptolemaeïsche Tijd en de Romeinse Tijd werd Sobek tevens afgebeeld op de boeg van de zonnebark ter verdediging van de vijanden van Ra.
Het meest prominente cultuscentrum van Sobek lag in Shedet (het huidige Medinet el-Fajoem) wat door de Grieken Krokodilopolis werd genoemd.
In Kom Ombo vormde hij een triade met de godin Hathor en hun zoon Chonsoe. Hij deelde deze tempel met de god Horus. Andere belangrijke vereringsplekken waren Gebelein en Gebel el-Silsila. Romeinse bronnen vermelden dat de priesters heilige krokodillen voerden. Sobeks tempels waren voorzien van vijvers waarin zich heilige krokodillen ophielden die na hun dood werden gemummificeerd en begraven. De begraafplaatsen met de krokodillenmummies dateren uit de Ptolemaeïsche- en Romeinse Tijd.
Uit praktisch alle perioden dateren kwaadafwerende amuletten van krokodillen of mannen met een krokodillenhoofd. De amuletten vertegenwoordigen Sobek en werden door de oude Egyptenaren al tijdens het leven gedragen.
© Joke Baardemans 2012
herzien 2019
Bronnen: Gods and Men in Egypt, Chr. Zivie-Coche en Fr. Dunand: D.B. Redford, The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt; God and Goddesses of Ancient Egypt, R. Wilkinson; Sobek in Lexicon de Ägyptologie, E. Bresciani