Wadjet en Horus, MET New YorkWadjet is de cobra-godin die werd geassocieerd met de Nijldelta.

Zij was de beschermgodin van Beneden-Egypte terwijl haar tegenhanger de godin Nechbet, de beschermster van Boven-Egypte was.
Haar naam betekent de groene, mogelijk refererend aan de groene Delta of aan de natuurlijke kleur van de slang. Zij speelde geen belangrijke rol in de Piramideteksten, dus mogelijk was zij meer een godin van de levenden. Beide godinnen waren nauw verbonden met het koningschap, wat onder meer blijkt uit hun aanwezigheid in de titulatuur van de koning. Zij worden daarin aangeduid met de twee meesteressen. Dat Wadjet als beschermgodin belangrijk was voor de farao blijkt ook uit het feit dat de koninklijke kroon is voorzien van een cobra. Als meesteres van de vrees wordt zij voorgesteld als een koninklijke slang die vlammen spuugt ter verdediging van de farao en andere teksten vermelden dat Wadjet de vijanden verslaat met haar scherpe adem. Wadjet vervult de taak als zoogster voor de jonge god Horus, in de tempel van Dendera wat haar in verband brengt met de godin Isis die normaal gesproken deze rol vervult. Zij wordt ook gelinkt aan een aantal leeuwgodinnen doordat zij met 'het 'oog van Ra ' wordt aangeduid en net als deze godinnen, soms gezien wordt als de moeder van de god Nefertem.

Wadjet en Nechbet, mammisie,  tempel Dendera, foto: Joke BaardemansAls beschermgodin wordt Wadjet afgebeeld als een cobra die zich opricht, klaar om aan te vallen. Ook zien we haar in deze hoedanigheid vaak bevestigd aan de zonneschijf, zelfs gedurende de Amarnaperiode waar afbeeldingen van andere goden vaak niet waren toegestaan. Samen met de giergodin Nechbet worden ze zittend op een mandje weergegeven. Deze iconografische afbeelding dateert al uit de 1e dynastie. Soms vindt er ook een mengeling plaats van beide godinnen. Dan wordt Wadjet als gier of als een slang met vleugels afgebeeld, terwijl zij de witte kroon van Boven-Egypte draagt.
Als 'het oog van Ra' kan zij als een leeuwin òf als een slang met een leeuwenkop worden weergegeven, net zoals de andere leeuwgodinnen. Als amulet komen we Wadjet in zeer gevarieerde vorm tegen. Mogelijk dat ook afbeeldingen en amuletten in de vorm van een papyrusstengel of een pilaar met Wadjet te maken hebben, in het bijzonder als deze zijn bedekt met een cobra. Het woord papyrus in het oude Egypte kwam namelijk overeen met de naam Wadjet.

Wadjet en Nechbet op het masker van ToetanchamonPe en Dep in de noordelijke delta, later Buto (pr wdjt) genoemd, werden beschouwd als de hoofdcultus plaatsen voor de godin. Haar schrijn werd ook wel het huis van de vlam (pr nw) genoemd. Koninklijke sarcofagen uit het Oude Rijk hebben deze kenmerkende vorm. De mastaba van Shepseskare uit de 5e dynastie lijkt deze vorm ook te hebben overgenomen en ook de koninklijke sarcofagen uit het Nieuwe Rijk namen deze vorm aan, evenals de vier schrijnen van Toetanchamon. Latere periodes laten dezelfde ontwikkelingen zien en tonen aan dat deze schrijn nauw verbonden was aan de begrafeniscultus en waarschijnlijk ook vaak aan de godin Wadjet zelf. De verering van deze godin is dan ook veelvuldig aanwezig in grafdecoraties.





© Joke Baardemans 2015

Bronnen: The Complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt, R. Wilkinson; Lexikon der Ägyptologie, W. Helck, E.Otto, W. Westendorf; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egyptian Art, art. Titulary, R. Leprohon