Toetoe of Tithoes (de Hellenistische naam) is een god die vooral gedurende de Grieks-Romeinse periode werd vereerd.
Toch liggen zijn wortels in de vroege Egyptische, religieuze traditie. Hij werd ook wel 'hij die de vijanden op afstand houdt' genoemd. Men geloofde dat hij bescherming bood tegen vijandige verschijningsvormen van andere godheden en demonen. Hij was de zoon van de oorlogsgodin Neith. Men veronderstelde dat hij de door haar (of de aan haar gelijkgestelde godinnen zoals Bastet en Moet) gestuurde demonen, kon beteugelen. Sommige titels die aan Toetoe zijn toebedeeld associëren hem met decanen, een soort hulp-sterrenbeelden. Deze werden als een astrologische uitingsvorm van demonen gezien. Toetoe zelf werd ook weleens 'meester van de demonen' genoemd, in die zin zou hij zelf als een demon aangeduid kunnen worden. Toetoe was een god die pas laat binnen het Egyptisch pantheon naar voren trad. Zijn beschermende krachten zijn doorgaans te herkennen aan zijn verschijningsvorm. Hij wordt deels menselijk (antropomorf), deels dierlijk (zoömorf) weergegeven, meestal in de vorm van een sfinx. Men ziet hem bijvoorbeeld weergegeven als een lopende leeuw of een leeuw met een mensenhoofd, met de vleugels van een vogel en met een cobra als staart. Soms zien we een valk op zijn rug of bevindt zich tussen zijn poten een krokodil. Ook zijn er afbeeldingen waarbij een serie dierenkoppen rondom zijn hoofd staan afgebeeld of zien we zonnestralen rond zijn hoofd.Mogelijk verbeelden zij de demonen die hij in zijn macht heeft. Dat geldt eveneens voor zijn cobra-staart en de slangen onder iedere poot. Soms heeft hij ook pijlen of messen onder zijn poten. Pijlen zijn ook de attributen van zijn veronderstelde moeder, de godin Neith. Veel afbeeldingen laten Toetoe zien met een nemes-hoofddoek, maar soms draag hij een driedelige pruik of een kroon. Mogelijk was het soort hoofdbedekking gerelateerd aan de geografische locatie waar hij werd afgebeeld. Echter, het is niet duidelijk waarom dit is. Toetoe wordt op diverse stèles met enige regelmaat afgebeeld samen met een andere beschermingsgod, de god Bes. Kortom, de verschijningsvormen van Toetoe zijn zeer divers.
Toetoe was een toegankelijke godheid die in diverse plaatsen langs de Nijl werd vereerd, onder meerin de tempels van Kalabasja, Philae, Esna, Luxor, Sjenhoer en Koptes en in zijn eigen tempel in Ismant el-Kharab (de oud-Egyptische plaats Kellis), een locatie in de Dachla Oase.
In de Grieks-Romeinse stad Karanis, het tegenwoordige Kom Aushim in de Fajoem, was zijn populariteit onder de gewone bevolking groot, mogelijk vanwege zijn beschermende en kwaad afwerende krachten. Hij werd hier vaak op de wanden in hun huizen afgebeeld, vaak naast andere godheden.Zijn eigen heiligdom in Ismant el-Kharab is aangetast door de tand des tijds, maar inmiddels is er uitgebreid onderzoek gedaan en hebben er herstelwerkzaamheden plaatsgevonden. Het onderzoek heeft interessante inzichten opgeleverd. In de tempel werd Toetoe, samen met de godin Neith en met de lokale godin Tapsais, aanbeden. Deze tempel is gebouwd in traditioneel Egyptisch stijl en is voorzien van een ruimte met twee pilaren. Aan de achterkant bevindt zich een kapel. De ruimte is voorzien van enige reliëfs. Naast de tempel is er nog ruimte, een gewelfde kapel, met daarvoor een open hof. In het achterste gedeelte bevond zich een nis, bedoeld voor de cultbeelden van Toetoe en Neith. Het onderzoek heeft uitgewezen dat het hier gaat om de mammisi of geboortetempel van de god Toetoe. Dit is een uiterst belangrijke ontdekking omdat het inzicht geeft in de Romeins-Egyptische cultuur en de tempel enig in zijn soort is. De tempelwanden zijn namelijk in twee verschillende stijlen met wandschilderingen gedecoreerd: enerzijds in Romeinse stijl, anderzijds in de Egyptisch oftewel faraonische stijl.Inhoudelijk zien we opmerkelijke verschillen. Daar waar de wandschilderingen in Egyptische stijl een religieuze invulling hebben, zijn ze in de Romeinse duidelijk meer decoratief gericht. Het geeft aan dat de kunstenaars mogelijk over, een niet eerder waargenomen, artistieke vrijheid beschikten. Het geeft tevens aan dat de maatschappij zich in een soort overgangsfase bevond waarin zowel oude invloeden alsook nieuwe werden toegestaan.
© Joke Baardemans 2015
Bronnen: Restoring wall painting of the temple of Tutu, O. Kaper; The Ancient Gods and Goddesses of Ancient Egypt, R. Wilkinson;The Routledge Dictionary of Egyptian Gods and Goddesses, G. Hart; The Egyptian God Tutu, O. Kaper