Ahmose-Nefertari (18e dynastie) kwam uit een Thebaanse koninklijke familie en was waarschijnlijk de dochter van farao Seqenenre Taa II en zijn echtgenote Ahhotep.
Haar broer Ahmose was tevens haar echtgenoot. Ahmose-Nefertari kreeg minstens 4 zonen en vijf dochters die allen vroegtijdig overleden. Zij overleefde hen allemaal. Ahmose-Nefertari was een machtige vrouw die veel invloed uitoefende op de regering van haar echtgenoot. De strijd tegen de Hyksos maakte zij van nabij mee. Zij speelde een belangrijke rol bij de overgang van oorlog naar vrede en was getuige van het opbloeien van haar familie tot een nationale dynastie.
Religie en politiek waren niet gescheiden in het oude Egypte en Ahmose-Nefertari besefte dit als geen ander. Zij zorgde ervoor dat ze naast een hele reeks titels via haar echtgenoot de hoogste religieuze rol voor een vrouw kreeg toebedeeld en zich 'godsvrouwe van Amon' mocht noemen. Haar volgelingen beloonde ze rijkelijk met land en goederen en ze creëerde zo veel goodwill. Dat vormde de basis voor een goede positie op politiek en economisch gebied, waardoor zij haar invloed nog meer uitbreidde. Het priesterschap van Amon was al gauw een van de belangrijkste en machtigste instituten en Ahmose-Nefertari nam daar, als godsvrouwe van Amon, een belangrijke plaats in. Zij verkoos zelfs deze titel boven die van 'grote koninklijke echtgenote' en hield zich bezig met allerhande aangelegenheden zoals deelname aan diverse festiviteiten, rituele offers en constructie en restauratie van gebouwen.
Haar bemoeienis met nieuwe ontwikkelingen zette zich voort tijdens de regering van haar zoon Amenhotep I. Hij was nog te jong om te regeren en Ahmose-Nefertari trad op als zijn regentes. Later speelde zij ook een actieve rol inzake de opvolging van Amenhoteps geadopteerde opvolger Thoetmoses I. Specifiek voor de arbeiders die betrokken waren bij de bouw en decoratie van de koningsgraven in het Dal der Koningen (en later in het Dal der Koninginnen) lieten moeder en zoon een nieuw dorp verrijzen bij Deir el-Medina. Dit dorp werd ook wel de 'plaats der waarheid' genoemd. Dit dorp werd tot aan het einde van de 20e dynastie bewoond door generaties arbeiders en hun gezinnen.
Samen met haar zoon werd Ahmose-Nefertari in Deir el-Medina tot aan het eind van het Nieuwe Rijk als beschermheilige geëerd. In het dorp zijn vele votiefoffergaven aangetroffen die blijk geven van deze verering. Ook werden er processies gehouden waarbij priesters een zwart, houten beeld op de schouders door het dorp droegen. De dorpsbewoners konden vragen stellen waarbij het beeld een door de beschermheiligen ingefluisterd 'antwoord' gaf door op een bepaalde manier te bewegen (orakel). Ahmose-Nefertari werd dikwijls afgebeeld met haar zoon Amenhotep I. Haar gezicht was doorgaans zwart gekleurd, wat waarschijnlijk een associatie was met vruchtbaarheid en wedergeboorte. Na haar dood werd zij doorgaans afgebeeld in scènes met andere leden van koninklijke families van het Nieuwe Rijk op de zogenaamde koningslijsten.
Ahmose-Nefertari overleefde zowel haar man als haar zoon en werd circa 70 jaar. Een uitgebreid mummieonderzoek heeft dit uitgewezen. In totaal maakte zij 6 regeringen mee wat zeer opmerkelijk is voor die tijd. Haar invloed en succes zijn dan ook groot geweest.
De dodentempel van Ahmose-Nefertari stond in de buurt van Dra Abu el-Naga, maar is vrijwel geheel vernietigd. Mogelijk dat op deze plek ook haar mummie werd begraven, maar helaas is haar echte graf tot op heden nog niet teruggevonden. Haar mummie bevond zich in een gigantische kist waarin zich ook het lichaam bevond van Ramses III. Deze kist werd in 1871 aangetroffen in en mummiebewaarplaats bij Deir el-Bahari, TT 320 waar gedurende de 21e dynastie veel meer koninklijke mummies zijn herbegraven.
© Joke Baardemans 2015
Bronnen: Chronicle of the Queens of Egypt, J. Tyldesley; Lives of the Ancient Egyptians, T. Wilkinson; The Complete Royal Families of Ancient Egypt, A. Dodson, D. Hilton; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt art. Ahmose-Nefertari, D. Berg