Tanutamun, Kerma Museum, foto: Petra LetherCharles Bonnet, leider van het Zwitserse archeologische team dat het gebied nabij oud-Egyptische stad Pnubs in Soedan onderzocht, deed in 2003 de vondst van zijn leven.

In een diepe kuil in Kerma, wat nu Doukki Gel wordt genoemd, troffen Bonnet en zijn team zeven beelden aan. De beelden waren helaas in meerdere stukken gebroken, maar al snel werd duidelijk hoe belangrijk ze waren. Het bleken weergaven te zijn van Rugpijler met naam Tanutamun, Kerma Museum, foto: Petra Letherdiverse Koesjitische farao's. Een van de meest spectaculaire vondsten van de laatste jaren. Deze farao's waren belangrijkste heersers gedurende de 25e dynastie. De zwarte farao's werden in 650 v. Chr. uit Egypte verdreven door de Assyriërs en regeerden nadien vanuit Napata, Nubië. Inmiddels zijn de beelden grondig gerestaureerd en bevinden zij zich in het Sudan National Museum in Kerma.

Onder de beelden waren twee exemplaren van farao Tanutamun (664-656 v. Chr.), een farao die maar kort heeft geregeerd namelijk ca 8 jaar. De familiebanden zijn niet helemaal duidelijk en diverse bronnen spreken elkaar tegen. Farao Sjabaka (716-701 v. Chr.) zou zijn vader zijn en koningin Qualhata zijn moeder (of zus), maar zij was weer de vrouw van een andere farao, Shebitku. Hoe dan ook, het staat vast dat Tanutamun de neef was van Taharqa (690-664 v. Chr.) en deze was weer een broer van Sjabaka.
Tanutamun wordt niet genoemd in Manetho's bekende werk, Aegyptica. Sommige wetenschappers denken dat de oude geschiedschrijvers Psamtik I als de enige echte Egyptische farao zagen. Mogelijk erkenden ze dus farao Tanutamun niet.
Tanutamun afgebeeld in zijn graf, KU16 El-Kurru, foto: Petra LetherHoewel er weinig over Tanutamun bekend is, zijn er toch een paar interessante archeologische objecten aan deze farao gerelateerd. De twee prachtige, indrukwekkende beelden die Charles Bonnet vond, behoren nu tot de topstukken van de museumcollectie. De rugpilaren en voetstukken zijn voorzien van de namen van farao Tanutamun. Aan de hoofdbedekking is duidelijk de Koesjitische afkomst van de farao te zien. Hij draagt de typerende Koesjitische hoofdkap met de dubbele ureus.
Ook op andere plekken zijn restanten gevonden van Tanutamun, zowel in de Chnoemtempel te Elephantine alsook in een van de kleine schrijnen die de Koesjitische heersers in Karnak hebben laten bouwen. Reliëfs van de farao tonen aan dat hij op deze religieuze plaatsen zijn geloften ten opzichte van de goden heeft vernieuwd. Ook in het Ashmolean Museum bevindt zich een overblijfsel uit de tijd van Tanutamun, een hoofd van een beeld dat de god Amon voorstelt en waarop de naam van de farao staat vermeld.

Veruit het belangrijkste object uit de regeringstijd van Tanutamun is aangetroffen vlakbij Gebel Barkal. Dit is een berg in Nubië (Noord-Soedan) die in de oudheid als heilige berg werd beschouwd en waaromheen veel archeologische vindplaatsen zijn. Hier heeft Tanutamun een monumentale stèle opgericht. Deze bevat inscripties die verhalen over de troonsbestijging en de verovering van Egypte. De stèle wordt ook wel de droomstèle genoemd. De teksten zouden de 'droom' van de farao beschrijven. Hij wordt hierin ook beschreven als 'heer van beide landen'. Uit de tekst komt naar voren dat de farao over Boven- en Beneden-Egypte wil regeren. Daartoe deed hij ook een verwoede poging maar na de verovering van noordelijk gebied werd hij al snel verslagen door Assurbanipal (668-631 v. Chr.), een sterke Assyrische heerser. Hij werd gedwongen naar Napata te vluchten, waar hij de laatste regeringsjaren, tot aan zijn dood over Nubië regeerde. Zie link naar de stèle:

http://www.photostocksource.com/photo-160135059-dream-stela-of-tanutamun-nubia-museum-aswan-egypt.php

Tanutamun en zijn Ba, KU16 El-Kurru, foto: Petra LetherZijn laatste rustplaats kan tegenwoordig worden bezocht. Het graf (KU16) dat eens was voorzien van een kleine piramide bevindt zich in El-Kurru, in de buurt van Gebel Barkal op de koninklijke begraafplaats, de necropool van de eerste farao's van de 25e dynastie en post-Meroitische Periode. De decoratie bestaat uit interessante muurschilderingen. De farao is diverse malen afgebeeld en draagt de karakteristieke kap van een Nubische vorst. Ook hier draagt hij een diadeem met de dubbele ureus, wat een verwijzing is naar de dubbele heerschappij: over Egypte en over Nubië. Uit de afbeeldingen blijkt ook duidelijk zijn toewijding tot de god Amon.




© Joke Baardemans 2016

Bronnen: Amia Dafa'alla, Succession in the Kingdom of Napata, 900-300 B.C.; Dows Dunham and M. F. Laming Macadam, Names and Relationships of the Royal Family of Napata; Charles Bonnet, Dominique Valbelle, The Nubian Pharaohs