Grote mand uit het Nieuwe Rijk, foto: MET New YorkHet maken van manden is een oude ambacht. Het plantaardig materiaal waarvan manden worden gemaakt is vergankelijk, maar toch zijn er exemplaren uit de oudheid behouden gebleven. Ook de Egyptenaren beheersten de kunst van manden maken. In de Fajoem-regio heeft men restanten van manden aangetroffen die dateren uit de Neolithische periode, zo 5000 v. Chr. Al heel vroeg beheerste men dus al de techniek. De manden uit de faraonische periode zijn met name afkomstig uit de 18e dynastie, in het bijzonder het laatste deel van deze tijd. In Amarna zijn manden aangetroffen die, naar men veronderstelt, in het huishouden werden gebruikt, maar ook in graven werden ze meegegeven. Van de leefgemeenschap in Deir el-Medina is bekend dat er veel gebruikt werd gemaakt van allerlei manden.

Het plantaardig materiaal had een groot voordeel. Het was, zeker in vergelijking tot aardewerk, licht en sterk. Manden vormden dus een uitstekend middel om goederen in op te slaan of mee te transporteren.
Voor de productie van manden was er in het oude Egypte voldoende materiaal voor handen. Diverse palmsoorten en grassen kwamen in aanmerking voor het maken van manden. Maar ook zegge, vlas, diverse moerasplanten, grassen en houtachtige struiken werden aangewend om de mooiste exemplaren te maken. Veruit favoriet, waarschijnlijk vanwege duurzaamheid, sterkte en verwerkbaarheid, waren twee palmsoorten: de dadelpalm (Phoenix dactylifera) en de doumpalm (Hyphaene thebaica).
De techniek voor het maken van manden is grondig onderzocht. Vanuit het oude Egypte zijn meer dan 20 verschillende bindtechnieken bekend. In de kern kan men het manden maken indelen in drie hoofdtechnieken die doorgaans werden gebruikt:

coiling techniek wat ook wel spiraalbinden wordt genoemd. Bundels plantaardig materiaal worden spiraalvormig opgerold en gefixeerd met steken of knopen https://www.youtube.com/watch?v=lY0FEcltrXk ; Door het tijdens het binden te vormen kunnen de manden op diverse manieren worden uitgevoerd.

twijntechniek: allereerst worden er touwen gemaakt van plantaardig materiaal door twee plantaardige draden in elkaar te draaien tot touw https://www.youtube.com/watch?v=B0e6UEQrng0. Met het touw kunnen dan de manden worden gemaakt, door de touwen op ingenieuze wijze in elkaar te draaien. https://www.youtube.com/watch?v=kgO1O1Jl3Ks&list=PL176AE61D2B8BAEFF

plaiting of vlechttechniek: hierbij wordt gebruik gemaakt van plantaardige banden of stroken die op allerlei manier in elkaar kunnen worden gevlochten: https://www.youtube.com/watch?v=E-rxh0xTliA

Manden gebruikt voor voedsel bij de offertafel, foto: British MuseumDraagmandje met eendenkuikentjes, foto: Joke BaardemansManden werden gebruikt voor het vervoeren en verplaatsen van grond bij bouwwerkzaamheden, en voor de opslag en vervoer van voedsel en goederen. Afhankelijk van waar ze voor waren bestemd, varieerden de manden in grootte, vorm en samenstelling. De manden die bijvoorbeeld gebruikt werden voor het vervoer van graan paste men de techniek van het spiraalbinden toe. Het waren gesloten en stevige manden, waar het graan niet makkelijk uit kon vallen. Kleinere manden voorzag men dikwijls van een passende deksel. Vaak werden ook draaglussen aan de manden bevestigd waardoor ze makkelijk te vervoeren waren. De manden die we regelmatig bij ezels op hun rug zien afgebeeld werden doorgaans gemaakt met de twijntechniek. Deze manden, eigenlijk waren het meer zakken, waren minder stug en daardoor meer geschikt voor de rug van de ezel.

Afgezien van de functionaliteit kon een ambachtsman de manden naar eigen ervaring en kunstzinnige vaardigheden vorm geven en zo kon een mand niet alleen handig in gebruik, maar ook een lust voor het oog zijn. Zij varieerden dus van zeer eenvoudige tot mooie gedecoreerde manden. Soms werden ze voorzien van prachtige geometrische patronen, soms met afbeeldingen van dieren en soms werden ze met gekleurde steken bewerkt.
Het gereedschap dat men nodig had voor het vervaardigen van manden was beperkt. Men kon volstaan met een naald en een priem voor het maken van gaten in een bundel plantaardig materiaal zodat er ander blad doorheen gestoken kon worden.
Uitvoering en vormgeving van de manden verschilden per regio en per tijdsperiode, hoewel het spiraalbinden het meest en gedurende lange periode in gebruik bleef. Pas in de Grieks-Romeinse periode ziet men een grote omslag in het manden maken en komt er een meer verfijnde en ingewikkeldere techniek in zwang.

De godinnen Nechbet and Wadjet zittend op hun mandje, foto: Museo Egizio TurijnEen andere manier waarop manden zijn aangetroffen is in het hiërogliefenschrift, reliefs en wandschilderingen. Daar waar de oude Egyptenaren het oude schrift hebben opgetekend komen we ook frequent mandjes tegen. Zo zitten de godinnen van Boven en Beneden Egypte, Nechbet en Wadjet dikwijls samen op een gestileerde mand. Een van de belangrijkste koninklijke titels werden met beide godinnen weergegeven, de zogeheten nebty-naam. Dergelijke mandjes hadden in vrouwelijke vorm de betekenis van ‘meesteres’, in mannelijke vorm van ‘heer’. In algemene zin betekende het ‘alle’ of ‘ieder’. Het mandje lijkt erg op een ander mandje dat een lusje bevat, maar dit is dus een ander mandje en bevat een lusje bevatten. Dit mandje had een klankwaarde.Een andere godin die voorzien is van een mandje is Nephthys. Bij haar is het onderdeel van haar hoofdtooi.
 

© Joke Baardemans 2021

Bronnen: The world according Basketry, W. Wendrich; P. Nicolson & I. Shaw Basketry in Ancient Egyptian Materials and Technology; Coiled baskets from Deir-el Medinah; Basketry: techniques, ucl website