De godin Sesjat wordt al genoemd sinds de 2e dynastie.
Sesjat betekent letterlijk: de vrouwelijke schrijver. Zij vertegenwoordigt alle vormen van schrijven: aantekeningen, verslaglegging, berekeningen en tellingen. Ze wordt ook wel aangeduid met 'de eerste in het huis van de boeken' of 'meesteres van het huis van de boeken'. De godin was de beschermster van de tempelbibliotheken en andere teksten.
In het begin van het Oude Rijk houdt zij kuddes vee bij en de diverse type beesten, en vanaf het Middenrijk tekent zij de namen op van gevangen buitenlanders en noteert de oorlogsbuit.
In de tempels van het Nieuwe Rijk hield zij de regeringsjaren en jubilea bij van de farao op de blaadjes van de heilige ished-boom (avocadoboom).
Samen met Nephthys werd zij gezien als degene die de lichaamsdelen van een overledene weer zou herstellen. Sesjat was ook verbonden aan andere goden zoals de schrijvergod Thot. Wisselend wordt zij aangeduid met zijn partner, zus of dochter. Tijdens het Nieuwe Rijk wordt ze ook wel vereenzelvigd met de godin Sefchet-abwy (zij die de hoorns draagt). Deze godin had dezelfde kenmerken en droeg gelijke attributen als Sesjat.
Sesjat is menselijk afgebeeld als een vrouw die over haar jurk een luipaardvel draagt. Zij draagt tevens een haarband met linten aan de achterkant. Bovenop haar hoofd draagt zij een bijzonder embleem, bestaande uit een staaf waarop zich een rozet of een zevenpuntige ster bevindt. Rond de ster bevindt zich een boogvormige voorwerp, wat ook een wassende maan of naar beneden gebogen hoorns zouden kunnen zijn. Soms is dit aangevuld met twee valkenveren. Sesjat draagt verder een geribbelde palmtak waarop zij de jaren bijhoudt. Onderaan de tak bevindt zich een kikkervisje en een shen-ringetje, het symbool voor de eeuwigheid. Het kikkervisje is het hiëroglifisch teken dat het getal 100.000 vertegenwoordigt. Soms draagt zij ook een schrijverspalet over haar schouder. De godin is vaak afgebeeld in jubileumscenes van de farao en bij de oprichtingsrituelen van een tempel. Zij assisteert de farao bij het zogenaamde 'stretching the cord' (span het touw) ritueel, een rituele manier om het tempelterrein af te bakenen. Dit werd gezien als een van de belangrijkste tempelrituelen.
Sesjat was voornamelijk verbonden aan de officiële bouwwerken en daarbuiten wordt zij nauwelijks genoemd of afgebeeld. Zij had dus geen eigen cultusplaats maar door haar belangrijke rol tijdens de oprichtingsrituelen was zij in feite wel onderdeel van iedere tempel. Zij was de patrones van de bouwers en de schrijvers en speelde onder de gewone bevolking geen rol van betekenis.
© 2013 Joke Baardemans
Bronnen: Gods and Goddesses, Devils and Demons, Manfred Lurker; The complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt, R. Wilkinson