In 1907 ontdekte Sir Flinders Petrie tijdens opgravingswerkzaamheden op de begraafplaats van Deir Rifeh in Boven-Egypte 150 bijzondere voorwerpen die tot dan toe zelden aangetroffen waren.
Zij dateren uit het Middenrijk, bevonden zich bovengronds, vlakbij relatief simpele graven. Ook in Thebe heeft men dergelijke voorwerpen aangetroffen in en bij de ingang van graven. Zij doen denken aan de houten modellen met dienaren die in de graven zijn gevonden, maar hebben hoogstwaarschijnlijk een andere functie gehad.
De ruw uitgevoerde, kleistenen objecten lijken ontworpen te zijn als een offertafel. Hoewel divers vormgegeven, zijn sommigen mogelijk ook gemaakt als een schaalmodel van een huis (circa 30/40 cm), met aan de voorkant een soort tuit, voor het afvloeien van vocht. Flinders Petrie gaf hen vanwege de vindplek en vormgeving de naam 'zielenhuisjes'. Deze naam wordt voor de bijzondere voorwerpen tot op heden nog steeds gebruikt. Wat precies de functie van de huisjes was, is niet helemaal duidelijk. Hier bestaan diverse ideeën over. Mogelijk dat ze simpelweg de grafplek van de bescheiden graven moesten markeren op de begraafplaats. Verondersteld wordt ook dat de huisjes mogelijk voor minder welgestelden een equivalent waren voor de uitgebreide (rots)graven van de rijken. Immers een graf was ook een huis voor de ka-ziel van de overledene. Deze moest makkelijk in en uit kunnen gaan en ook de minder welgestelden wilden een huis voor de ka-ziel. Aan deze hypothese heeft het bouwwerkje ook haar naam te danken: zielenhuisje.
De huisjes zouden ook een rituele functie kunnen hebben, bedoeld om een wateroffer in te doen, wat er vervolgens aan de voorkant weer uitliep.
De zielenhuisjes die de tand des tijds hebben doorstaan, vertonen onderling verschillende kenmerken. In feite zijn er drie typen te onderscheiden. Het eerst type doet qua vormgeving aan een offertafel denken en lijkt ook duidelijk de daaraan verbonden functie te hebben gehad. Men denkt dat dergelijke kleine offertafels mogelijk ter vervanging dienden voor de destijds kostbare stenen offertafels. Het tweede model lijkt ook erg op een offertafel, maar bevat tevens een kleine kapel. Type drie is een model met een architectuur die soms gesimplificeerde, huiselijke elementen laat zien. Deze exemplaren lijken opmerkelijk veel op echte huizen. Zo zijn ze dikwijls ommuurd, hebben een binnenhof en soms een plat dak dat door pilaren wordt ondersteund. Veel zielenhuisjes met een plat dak zijn eveneens voorzien van een 'mulqaf', een soort overkapping over een gat in het dak. Dit was een manier om wat meer frisse lucht beneden in het huis te krijgen. In sommige huisjes zijn meerdere verdiepingen te zien, met een trap die naar een of meerdere verdiepingen leidt. De bovenverdieping bevat soms een soort veranda met een stoel, een tafel en een afbeelding van een geslachte os. Ook zijn er huisjes die zijn voorzien van ramen en een deur en in het open hof bevinden zich soms tafels met gemodelleerd voedsel en drinken. Van het laatste type huis bestaan diverse varianten. Echter, geen enkel huisje is hetzelfde.
Het is interessant om te weten met welke intentie de huisjes en offertafeltjes nu daadwerkelijk zijn vervaardigd. Daarop is echter geen eensluidend antwoord te geven. De modellen die terug zijn gevonden, dateren in ieder geval allen uit het Middenrijk. Daarmee zijn de huisjes heel waardevol, omdat men denkt dat ze, hoewel allen verschillend, toch een indruk geven van de kenmerken van een doorsnee Middenrijks huis. Waar deze huizen echter precies zouden hebben gestaan, is helaas niet bekend. Daarom is er tot op de dag van vandaag nog steeds discussie omtrent het functionele aspect van de 'zielenhuisjes'.
© Joke Baardemans 2015
Bronnen: The Complete Cities of Ancient Egypt, S. Snape; Ancient Egypt, Anatomy of a Civilisation, B. Kemp; The Soul-House in Egypt, W. Flinders Petrie; Soul-houses, University College London