Franz Christian Gau geportreteerd door Carl Philip FohrEen vrij onbekende pionier op het gebied van de egyptologie, is de archeoloog en architect uit de 19e eeuw, Franz Christian Gau (1790-1853).

Gau was een Duitse koopmanszoon en werd geboren in de binnenstad van Keulen. Zijn ongekende vrijheidsdrang en fascinatie voor de Franse Revolutie brachten hem in 1810 naar Parijs om daar te studeren aan de Académie des Beaux Arts. Daar kreeg hij de kans om deel te nemen aan een Oriëntexpeditie. Gau kreeg namelijk de opdracht mee om voor Napoleon ter plekke een mausoleum te bouwen. Door de mislukte veldslag tegen de Russen kwam daar niets van terecht, maar de Oudheid hield hem in zijn greep. Gau vertrok naar Rome en vond een geldschieter die zijn liefde voor de Oudheid met hem deelde, de Pruisische baron Von Sack. Zij vertrokken naar Egypte, maar al snel na aankomst ontstond er een meningsverschil en hij strandde, zonder geld, in Alexandrië. Hij liet het voor wat het was en maakte van de nood een deugd. Gau trok erop uit om de tempels en de omgeving tussen het eerste en tweede cataract van de Nijl te bestuderen. Dit was tot dan toe een onbekend gebied en was nog niet eerder door een Europeaan grondig onderzocht. Gau maakte er tekeningen, nam de maten op en maakte uitgebreide aantekeningen van de meest belangrijke monumenten van de omgeving. Door Kopergravure van de tempel van Dendurde bouw van de Aswandam, een grote stuwdam in de Nijl, zijn de meeste van de tempels die hij beschreef verdwenen, een groot stuk land kwam onder water te staan. De dam werd aangelegd in de jaren zestig. Sommige tempels, zoals die van Abu Simbel en Philae werden, naar een plan van de Unesco, uit elkaar gehaald en verplaatst naar een ander locatie. Daartoe behoorde ook de tempel van Dendur, een monument dat tegenwoordig niet meer terug te vinden is in Egypte, maar in 1967 werd geschonken aan The Metropolitan Museum of Art in New York. Ook onze Leidsche Taffeh-tempel is zo in het bezit van het RMO gekomen.

Kopergravure van de tempel van Aboe SimbelDe belangrijkste verdienste die Gau ons heeft nagelaten is het onderzoek van het tempelcomplex van Aboe Simbel. Dit complex staat tegenwoordig op de Werelderfgoedlijst van de Unesco en dateert oorspronkelijk uit de 13e v. Chr. De twee rotstempels werden onder Ramses II gebouwd ter meerdere eer en glorie van hem en zijn echtgenote Nefertari. Het bevindt zich op de westelijke oever van het Nassermeer. Gau documenteerde als eerste het binnenste van het heiligdom. Zijn tekeningen hiervan zijn haast fotografisch. Op een van kopergravures die van Gau's werk is gemaakt is ook de tempel van Hathor te zien.
In 1819 keerde hij naar Alexandrië terug, voorzien van talrijke schetsen. Hij reisde weer terug naar Parijs en daar begon het grote werk. Het resulteerde uiteindelijk in de verschijning van een boekwerk getiteld Antiquités de la Nubie ou monuments inédits des bords du Nil, situés entre la premiére et la seconde cataracte, dessinés et mesurés in 1819. Het bestond uit 68 gravures van plattegronden en tekeningen van de monumenten en de omgeving.

Ste Clotilde, ParijsFranz Christian Gau werd na publicatie van dit werk als een autoriteit op het gebied van Nubië aangemerkt en werd geëerd in Frankrijk. Het werk maakte indruk, ook op kunstenaars. Het diende als voorbeeld voor diverse andere kunstwerken.
Gau nam het Frans staatsburgerschap aan, werd later Architect van de stad Parijs en onder zijn leiding werden nog diverse kerken gerestaureerd, onder andere de kerk St. Julien le Pauvre en de gotische kerk St. Clothilde in Faubourg, St. Germain. Toch bleef hij altijd aan zijn vaderland verbonden, bijvoorbeeld door samen met Heinrich Heine, de vermaarde dichter, het afbouwen van de Dom van Keulen te ondersteunen.

Franz Christian Gau stierf op 63-jarige leeftijd in Parijs. Zijn verdiensten op het gebied van de egyptologie zijn haast in de vergetelheid geraakt.

© Joke Baardemans 2014

Bronnen: Gau, Franz Christian in Deutsche Biographie, L. Ennen; Franz Christian Gau - ein vergessener Pionier, Marie Todeskino